Zaai een gedachte, oogst een daad
Zaai een daad, oogst een gewoonte
Zaai een gewoonte, oogst een karakter
Zaai een karakter, oogst een bestemming
Locatie: N52.8930, E 006.24456 – Uitkijktoren – Aan het begin is er nog overzicht.
Op een uitkijktoren aan de rand van een uitgestrekt heideveld staan meer dan dertig mannen. Musketiers, Salvatorianen en ander manvolk. Het is nog winter, soms dwarrelen er sneeuwvlokjes uit de lucht en de koude wind laat hun ogen tranen. De mannen staan op de uitkijk. Ze turen in de verte, speuren langs de horizon en vragen zich af wat er gaat gebeuren. Er hangt een soort kinderlijke spanning in de lucht. Ze gaan met elkaar een tocht maken, een tocht waarbij ze fysiek, mentaal en geestelijk uitgedaagd worden. Aan het begin van deze tocht, op deze toren denken ze na over wie ze zijn. Ze worden uitgedaagd om zichzelf en elkaar vragen te stellen.
Wie ben ik als man, als echtgenoot, als vader, als collega? Wie ben ik als zoon van de Levende God? Wie of wat heeft ons gevormd? De spreuk boven deze tekst is hierbij leidend.
Het is belangrijk om te beseffen dat onze gedachten invloed hebben op ons doen en laten. Waarmee vullen we onze gedachten? Wat zien anderen ons doen? Welke gewoonten hebben we ons inmiddels eigen gemaakt? Zijn het goede gewoonten of is er een spoor van laksheid ingesleten in ons dagelijkse leven? Een gemakkelijk te belopen maar tegelijkertijd doelloos pad. Zo’n spoor waar je voortdurend in terug lijkt te glijden. Als een oud uitgesleten karrenspoor.
“Een man heeft op z’n veertigste het gezicht dat hij verdiend…” waren de woorden van George Orwell (waarschijnlijk geldt dit ook voor vrouwen).Wat vertellen de lijnen van mijn gezicht over wie ik ben? Wat vertelt mijn oogopslag over mijn karakter? Is mijn gezicht open en ontvankelijk of verberg ik me achter een altijd perfecte glimlach? Is mijn gezicht een lieflijk landschap waar het prettig toeven is of een onherbergzaam gebied. Spreekt het van geloof, hoop en liefde of is er een soort bittere zwijgzaamheid of is het vol met distels van cynisme?
Locatie: N52.90430, E 006.25411 – Doldersummerveld – Blijf kijken naar de horizon dat maakt het lopen lichter.
Soms lijkt er een pad te zijn, maar een groot deel van de tijd zoeken de mannen zelf een pad door het heideveld. Een paar snelle en krachtige broeders gaan voorop en de rest volgt. Na een half uur lopen hoor je hier en daar al wat gezucht. Het vinden van een pad door dit gebied is niet eenvoudig. “Blijf kijken naar de horizon dat maakt het lopen lichter” is het praktische advies van een reisgenoot. Natuurlijk is het goed om oog te hebben voor de obstakels direct voor je maar om vooruit te komen zijn niet de obstakels hier en nu bepalend maar je doel en bestemming verderop. Ik denk aan de vragen over mijn denken, doen, gewoonten, karakter en bestemming. Welke gedachten vullen mijn denken? Ben ik hoopvol en creatief of vullen mijn hoofd en mijn hart zich met zorgen? Luister ik naar mijn reisgenoten of ben ik vooral bezig met mijn eigen inzichten? Luister ik naar de Reisgenoot die ook de Emmaüsgangers vergezelde of ben ik doof voor Zijn woorden? “Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg” Spreuken 3 vers 5 en 6.
Locatie: N52.93296, E 006.29928 – De kale duinen – Een krachtmeting en bemoediging in het open veld.
Dit landschap spreekt tot de verbeelding. Een oerlandschap met zandduinen, vliegdennen en hier en daar een eenzame eik. De mannen pauzeren in de luwte van een zandduin. Hun boterham met kaas proeft ineens veel beter dan op het werk. Toch bijzonder hoe de omstandigheden je gevoelig maken voor de kleine zegeningen van alledag. Tot aan dit punt liep iedere man zijn eigen tocht en kwam hij vooral zichzelf tegen. Nu worden ze uitgenodigd om zich met elkaar te meten. Want in relatie tot de ander ontdek je wie jezelf bent. Dit geldt heel simpel voor een estafetteloop maar zeker ook voor andere situaties in ons leven. Om de beurt lopen drie mannen om een hoge duin heen. Het is een behoorlijk lang stuk lopen en met name als de toejuichingen van de groepsgenoten vervagen omdat je achter de hoge heuvel loopt, lijkt het zwaarder te worden. Maar zodra de mannen de bocht omkomen en hun broeders weer horen juichen zie je dat hun pas versnelt. Ze lopen met name dat laatste stukje de longen uit hun lijf. De aanmoedigingen van de andere mannen geven die extra energiestoot. Opnieuw gaan de vragen door mij heen. Wat denk ik, wat doe ik, welke gewoonten zie ik bij mezelf? Nu vooral in relatie met anderen. Hoe denk ik over anderen, wat doe ik met en voor anderen, welke gewoonten zie ik bij mezelf en wat betekenen deze gewoonten voor de mensen om me heen? Tijdens de estafette voel ik de kracht van bemoediging en stel mezelf de vraag: “Ben ik een bemoediger? Geven mijn woorden de ander net even dat extra stukje energie?”
Locatie: ergens tussen N52.89337, E 006.26750 en 52.89830, E 006.24456 – zoekend naar een doorwaadbare plek.
Het is inmiddels donker geworden. Na meer dan zes uren lopen zoeken de mannen een weg door een onverwacht nat en daardoor ontoegankelijk gebied. Hun doel is de donkere bosrand aan het eind van dit natte heideveld. Want daar ergens in dat bos brandt een kampvuur. Daar wachten andere broeders op ons met eten en drinken. Maar voorlopig is hier nog niets van te zien. De mannen slingeren als dwaallichtjes door het donkere heideveld. Regelmatig zakken ze door de dunne laagjes ijs. Een muffe geur van moerasgrond stijgt omhoog. Op een bepaald moment zakt een van de leiders tot over zijn knieën in het natte veen weg. Wat moeten ze doen? Teruggaan, erkennen dat er geen doorgang te vinden is? Of toch doorzetten, desnoods met natte voeten? Even lijken de leiders in paniek te raken. Even is daar de verleiding om elkaar te beschuldigen en verwijten te maken. Hadden we niet beter dit of dat kunnen doen? Was het niet verstandiger geweest om eerder een andere keuze te maken? Maar gelukkig kunnen ze opnieuw hun gedachten en hun daden met elkaar verbinden. Eensgezind gaan ze verder en een sliert van kleine lichtjes volgt hen niet wetende hoe onmogelijk deze doorgang is. Maar doordat de leiders elkaar blijven steunen en vertrouwen lukt het uiteindelijk de hele groep om door deze Fries-Drentse Jordaan heen te trekken (met een knipoog naar Jozua hoofdstuk 3).
Locatie: zittend rondom kampvuur, coördinaten niet belangrijk meer.
Midden in een donker bos brandt een kampvuur. De mannen erom heen zijn vermoeid, de tocht van meer dan 25 km heeft hen opnieuw laten beseffen hoeveel spieren een mens heeft en in hoeveel spieren je pijn kunt voelen. Maar hun ogen schitteren en glanzen vol trots en tevredenheid. De jochies die vanmiddag vol kinderlijke spanning op de uitkijktoren stonden zijn nu vermoeide maar zeer voldane helden geworden. Deze tocht heeft hen op een hele praktische en bescheiden manier laten ervaren hoe belangrijk het is om door te zetten, om een gezamenlijk doel voor ogen te hebben en vooral hoe belangrijk het is om elkaar in gedachten en in daden te blijven uitdagen en bemoedigen. De spirit van de 4e Musketier klinkt hier: “een voor allen, allen voor Een”. In mijn gedachten maak ik een variatie op Psalm 133 vers 2: “Ziet hoe goed en hoe lieflijk het is als broeders tezamen de weg door het leven bewandelen… Want met elkaar lukte het ons om deze tocht te maken. Het is mijn gebed dat deze tocht model staat voor de wijze waarop we met elkaar door het leven zullen gaan! We mogen deze weg met elkaar en met Hem gaan die zelf de Weg, de Waarheid en het Leven is.
De weg gaat altijd verder
Vanaf de deur waar hij begon.
Nu is de Weg me ver vooruit
en ik moet volgen, als ik kan,
hem nalopen met snelle pas
tot hij een breder spoor bereikt.
(J.R.R. Tolkien)
Deze blog n.a.v. een zwerftocht is eerder verschenen op de website van de Salvator Leeuwarden. Lees meer