
Vandaag de eerste verkenning gedaan voor de zwerftocht van 6 juni 2015.
Wil je graag de uitnodiging voor de zwerftochten via je mail ontvangen geef je dan op voor de nieuwsbrief van Salvation4Men.
Vandaag de eerste verkenning gedaan voor de zwerftocht van 6 juni 2015.
Wil je graag de uitnodiging voor de zwerftochten via je mail ontvangen geef je dan op voor de nieuwsbrief van Salvation4Men.
Afgelopen zaterdagochtend stond ik voor dag en dauw op om met een aantal mannen, zeg maar gerust, stoere kerels, te gaan wandelen. Het was voor zessen, het was nog donker, de zon was nog niet op maar wij waren er al helemaal klaar voor. In de afgelopen weken hebben we regelmatig dit soort wandelingen gemaakt. Wandelen is eigenlijk niet het juiste woord. Het is zwoegen, trainen, afzien. Twintig kilometer sjouwen door weer en wind met bijna twintig kilo bagage op de rug. Dit maakt dat het begrip wandelen een hele andere dimensie krijgt. Want bij wandelen denken veel mensen aan een zondagmiddag kuier, een loopje om het dorp om het teveel aan eten wat weg te werken. Of de dagelijkse wandeltochtjes van onze werkplek naar de koffieautomaat en soms naar de printer…
Het komende weekend zal ik met tien andere mannen uit onze kerkelijke gemeente een tocht gaan maken door de Ardennen. We hebben ons opgegeven voor een zogenaamd “Karakterweekend” van de 4e Musketier. Dit is wat de organisatie hierover schrijft op hun website:
Het karakterweekend: en mijlpaal in je leven! Met verschillende teams van 8 tot 10 mannen gaan we drieënhalve dag de Ardennen of Schotland in om onze krachten te meten met onszelf, elkaar en God. Zowel qua tijd als geld zal het een investering zijn, maar wel één van de beste die je kunt doen. Je investeert in je leven. Je hele leven. Jijzelf, je omgeving en je gemeente zullen de vruchten plukken van het leven dat in jou aangeboord en gelanceerd wordt.
Het karakterweekend is niet een gewoon weekend. Het is een reis waarin je geestelijke en fysiek wordt uitgedaagd. Wanneer je besluit mee te gaan, gaan wij er van uit dat je deze beslissing met je volle verstand neemt en dat je de uitdaging aan wilt gaan en tijdens het karakterweekend niet begint te emmeren omdat je geen prive warme douche tot je beschikking hebt. Je krijgt geen prive warme douche. Je krijgt ook geen warme douche. Je krijgt zelfs geen douche. En ook geen stromend water. Je gaat een geestelijke en fysieke reis maken die zijn weerga niet kent, maar een mijlpaal in je leven zal betekenen!
Ik denk dat menig mannenhart sneller gaat kloppen bij een dergelijke tekst. Dit is wat een man aanspreekt. Of op z’n minst wakker schudt. Althans mij sprak het aan en het daagde mij uit. Dit is niet zomaar wat avonturen in de bossen van de Ardennen, nee het gaat hier over krachten meten, investeren in je leven, het gaat over een geestelijke en fysieke reis die zijn weerga niet kent. Grote woorden, daar houden mannen van! Een maand geleden hadden we een startdag van de 4e Musketier en een van de oprichters van deze beweging vatte de visie en de missie van de 4e Musketier krachtig samen:
Mannen willen gewoon graag buitenspelen!
In de afgelopen weken heb ik vaak aan dit buitenspelen moeten denken. John Eldregde schrijft in zijn boek “De ongetemde man” dat Adam buiten de tuin, de hof van Eden werd geschapen en dat God hem pas later in de tuin plaatste. (Genesis 2:7 en 8). Adam is wild, hij is van buiten de tuin, hij is ongetemd! Hij lijkt eerder op een leeuw dan op een huiskat. Hij wil grenzen verleggen en de wereld ontdekken. Eva daarentegen werd geschapen in de hof (Genesis 2:22 en 23). Zij is volgens Eldregde huiselijker en meer naar binnen gericht op verbinding. Toen ik dit voor het eerst las moest ik glimlachen. Eldregde overdrijft natuurlijk een beetje. Niet alle mannen zijn van dit wilde soort en niet alle vrouwen zijn zo huiselijk. En toch voelde dit goed, het klopte ergens. Wat in ieder geval begon te kloppen was mijn mannenhart! Er is iets in het mannenhart dat onaangepast is. Of beter gezegd dat ruimte en vrijheid nodig heeft om zich te ontplooien. Er is iets in mannen dat onrustig wordt als je ze opsluit in een box, kinderkamers, schoollokalen, kantoortuinen, fabriekshallen en vergaderzalen. Er sluimert een Tom Sawyer in ons die wakker gemaakt wil worden door Huckleberry Finn. Vroeg in de ochtend een steentje tegen ons slaapkamerraam, het signaal om op avontuur te gaan. Noem hem desnoods Pietje Bell, Dik Trom of Sietse en Hielke Klinkhamer het maakt me niet uit maar wat hij in ieder geval wil is met zijn vrienden buitenspelen.
Veel gebeurtenissen in de Bijbel spelen zich trouwens ook buiten af. Ik weet niet of er ooit onderzoek naar gedaan is maar ik heb de indruk dat de Bijbel meer outdoor situaties beschrijft dan huiselijke tafereeltjes. Ook lees ik nergens dat Jezus een commissie- of taakgroepvergadering had of een overleg in een of ander benauwd zaaltje. Toen Hij met Zijn vrienden het laatste avondmaal vierde moesten ze een zaaltje regelen want zelf waren ze min of meer dakloos. Jezus wandelde met zijn leerlingen door de zonovergoten heuvels en velden van Galilea. Hij ging met ze vissen en maakte een vuurtje op het strand om de gevangen vis te bakken. Zijn bediening begon met een survival in de woestijn, dit nadat Hij door Zijn neef Johannes gedoopt was in een rivier. Regelmatig zocht Hij de stilte van de ongerepte natuur in de bergen op. Daar in de nacht onder de met sterren bezaaide hemel ontmoette Hij Zijn Vader. Zelf de muren van het graf konden Hem niet begrenzen, na drie dagen duistere beslotenheid zat Hij weer buiten in de tuin. Ook andere Bijbelse figuren zoals Mozes, Jacob, Elia en Johannes de Doper ontmoeten God en zichzelf in de wilde natuur. We hebben allemaal onze Jabbok, onze Sinai of de beek Krith nodig voor een diepere ontmoeting met God en met onszelf. Ook wij moeten door de Geest naar de woestijn geleid worden.
Een man heeft de onbegrensdheid van de vrije natuur nodig om bij tijd en wijle zichzelf bepaalde vragen te stellen: Wie ben ik? Wat ben ik waard? Wat is mijn bestemming? Waar leef ik voor? De antwoorden op deze vragen laten zich vinden in de stilte van een bos, op de top van een berg of tijdens een kanotocht met de wind in je gezicht. Want zittend op de bank voor de televisie, is de man onthand door afstandbediening en bierglas. Stilletjes sterven deze fundamentele vragen een stille wanhopige dood in het getemde en gekooide hart van de hedendaagse man. In mijn praktijk als hulpverlener kom ik soms mannen tegen die of aan de ene kant wegzakken in een soort apathische passiviteit en zich overgeven aan drankmisbruik of aan de andere kant mannen die op een destructieve manier opnieuw weer iets van leven in hun lijf willen voelen en dan de meest akelige dingen gaan doen. Denk bijvoorbeeld aan overspel of aan ongebreidelde agressie.
Maar ik wil niet in een mineur stemming eindigen. De oude kerkvader Ireneus van Lyon schreef: “De heerlijkheid van God is de mens die voluit leeft”. Ik stel me zo voor dat Jezus tegen Zijn vrienden zei: “Kom, laten we naar buiten gaan, we gaan op reis, we gaan een avontuur tegemoet, want Ik ben gekomen om jullie het leven te geven in al zijn volheid.”(vrij naar Johannes 10:10)
Met mijn broeders verwacht ik een dergelijk avontuur te beleven dit weekend. Een avontuur van voluit leven, leven in al zijn volheid.
Buiten schijnt nu de zon. De natuur maakt zich kleurrijk op voor de herfst. Het is een van die stille oktoberdagen. Ik zit alleen in mijn werkkamer,met pijn in het hart kijk ik vanuit het raam naar buiten. Wat zou ik graag naar buiten gaan. Maar een man kan niet altijd buiten spelen en heeft zijn verantwoordelijkheden binnenshuis. Vorige week schreef ik in mijn blog dat mannen graag buiten spelen. Dit thema spreekt mensen duidelijk aan. Binnen een week tijd was deze blog bijna 250 keer bekeken.
In het afgelopen weekend was ik één van de meer dan 600 mannen die als deelnemer of als medewerker betrokken waren bij het karakterweekend van de 4e Musketier in de Belgische Ardennen.
Toen we aan het eind van een zeer enerverend weekend op zondagochtend in het nevelige ochtendgloren bij een ruïne van een oud kasteel aankwamen was ik bekaf en sprakeloos. Wat heeft dit weekend mij op vele manieren diep geraakt. In eerste plaats fysiek. We hebben vele kilometers gelopen met onze zware rugzakken en we hebben nauwelijks geslapen. Deze ontberingen deden ons beseffen waartoe een mens in staat is en in hoeveel spieren een mens pijn kan hebben. Een tocht door een koude en snelstromende rivier maakte dat ik uiteindelijk niet eens meer wist of ik het nu koud of warm had. De regen die uren achter elkaar doorging maakte dat alles maar dan ook alles nat was. Door het water op ons gezicht konden we ongegeneerd onze tranen laten lopen. Want ook emotioneel kwam dit weekend op een heftige manier binnen. Wat mij raakte was de eerlijke en open sfeer binnen ons team. Er waren momenten van grote vreugde waarin we Gods aanwezigheid mochten ervaren en er waren momenten waarin eenvoudige mannenhumor ons hartelijk deed lachen. Maar ook gesprekken waarin we met onthullende eerlijkheid over eigen kwetsbaarheid en zonde spraken.
Na een intensieve nacht zonder slaap speelden we een spel dat eindigde in één grote veldslag. De makers van de film epos “The Lord of the rings” zouden er jaloers op geweest zijn. Aan weerskanten van een grote weide boven op een heuvel stonden honderden mannen in slagorde klaar voor de strijd. In hun handen een zwaard (bamboestok) en een schild. Wachtend op het signaal dat de strijd gestreden moest worden. Gestreden werd er, vol passie en luid schreeuwend stormden deze strijders op elkaar af. Eerlijkheidshalve moet ik er wel bij vertellen dat ik meer van het lopen en het schreeuwen ben dan van het daadwerkelijke strijden. Maar goed iedere man heeft zo zijn eigen tactiek en strategie. Toen de veldslag achter de rug was liepen de mannen lachend en schouderkloppend terug naar hun kampement. Vol trots toonden we elkaar onze kwetsuren en verwondingen. We telden onze schrammen en builen en voelden ons gezegend.
Van mannen wordt gezegd dat ze solistisch zijn, gesloten, rationeel en competitief. Dit laatste klopt wel een beetje denk ik. Als man vind ik het leuk en uitdagend om me te meten met andere mannen. Maar ik heb in dit weekend opnieuw gezien hoe sterk het verlangen bij mannen aanwezig is om met andere mannen op te trekken, om simpelweg in het gezelschap van andere mannen te zijn. Mannen willen graag buiten spelen en willen dit graag met andere mannen doen. Natuurlijk is het hartstikke goed om met vrouw en kinderen erop uit te trekken. Maar het specifiek iets ondernemen met andere mannen is in mijn beleving van groot belang. Deze ochtend las ik in de krant van afgelopen zaterdag dat uit een onderzoek van de Algemene Onderwijsbond bleek dat het aantal meesters op basisscholen schrikbarend teruggelopen is. In het basisonderwijs is 86 procent van de leerkrachten vrouw. Wat betekent dit voor de jongens die naar zulke scholen gaan? Emeritus hoogleraar pedagogiek Louis Tavecchio zegt dat het vinden van identificatiemodellen buiten het gezin, om te zien hoe je een man moet worden in de cultuur waarin je leeft, heel moeilijk is geworden.
Ook binnen kerken en gemeenten zien we een tendens dat mannen afwezig zijn. Terwijl ook hier mannen elkaar nodig hebben om te ontdekken wat man-zijn is. Christen mannen hebben elkaar nodig om staande te blijven in een samenleving die vaak veel weg heeft van een snelstromende rivier. In een cultuur die aan alle kanten aan je trekt en voortdurend wil dat je met de stroom meegaat willen we staande blijven, volhouden en doorgaan. We willen onze tocht tegen de stroom in volbrengen. Zoals ik hiervoor al vertelde maakten we op zaterdagmiddag een tocht door een koude, snelstromende rivier. Deze tocht wordt de Jabboksworsteling genoemd, verwijzend naar de geschiedenis van aartsvader Jacob bij de Jabbok. Hier was het voor ons een worsteling met de kracht van het water maar bovenal een worsteling met God en met onszelf. De meeste mannen gingen dapper op weg. Individueel waden ze door het water, dit was immers een worsteling die iedere man zelf moest aangaan. Zo had ik ook het verlangen om deze tocht op eigen kracht te volbrengen. Want soms moet je iets helemaal zelfstandig doen. Wellicht een typisch mannelijke behoefte en overschatting van eigen kracht. Want al vrij snel bleek dat dit voor de meesten van ons niet haalbaar was. We zochten steun bij elkaar, reikten elkaar de hand en behoeden elkaar voor uitglijden en vallen. Steun aanbieden bleek direct ook steun krijgen te zijn. We waren ons heel goed bewust dat we elkaars hand en schouder nodig hadden. Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen. Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op. (Prediker 4:9-10) Zo voltrok zich een hartverwarmend tafereel in een ijskoude rivier: mannen die strompelend en worstelend bij de ander steun zoeken, elkaar waarschuwen voor gladde stenen en verraderlijke stromingen. Deze solidariteit hebben we als mannen ook broodnodig in onze vaak zo kille samenleving! Een situatie heeft mij diep geraakt. Een man was met deze tocht door de rivier begonnen op de slippers van zijn moeder. Hij was deze slippers al binnen enkele minuten kwijt. Op blote voeten ging hij verder, over harde rotsen en scherpe stenen. Huilend, moeizaam maar dapper zette hij zijn tocht voort. Gelukkig was daar de hand van een broeder die hem ondersteunde en later namen een aantal andere mannen het over. Uiteindelijk was deze man zo wijs om halverwege het traject uit de rivier te stappen. Hij kon gewoon weg niet verder. Toen hij kapot en teleurgesteld bij de rivier wegliep was daar ineens een andere man die hem zijn schoeisel aanbood. Zo heeft hij uiteindelijk alsnog het hele traject door de rivier kunnen afleggen. Op een bijzondere wijze werd mij toen duidelijk dat de hulp van een vrouw een man in bepaalde situaties niet verder helpt. Want hoe goed bedoeld ook, op de slippers van zijn moeder kon deze man zijn Jabboksworsteling niet volbrengen. Voor sommige trajecten in het leven heb je als man nu eenmaal de hulp van een andere man nodig. Uiteindelijk heeft hij deze tocht kunnen volbrengen op de stevige schoenen van die andere man.
Zaai een gedachte, oogst een daad
Zaai een daad, oogst een gewoonte
Zaai een gewoonte, oogst een karakter
Zaai een karakter, oogst een bestemming
Locatie: N52.8930, E 006.24456 – Uitkijktoren – Aan het begin is er nog overzicht.
Op een uitkijktoren aan de rand van een uitgestrekt heideveld staan meer dan dertig mannen. Musketiers, Salvatorianen en ander manvolk. Het is nog winter, soms dwarrelen er sneeuwvlokjes uit de lucht en de koude wind laat hun ogen tranen. De mannen staan op de uitkijk. Ze turen in de verte, speuren langs de horizon en vragen zich af wat er gaat gebeuren. Er hangt een soort kinderlijke spanning in de lucht. Ze gaan met elkaar een tocht maken, een tocht waarbij ze fysiek, mentaal en geestelijk uitgedaagd worden. Aan het begin van deze tocht, op deze toren denken ze na over wie ze zijn. Ze worden uitgedaagd om zichzelf en elkaar vragen te stellen.
Wie ben ik als man, als echtgenoot, als vader, als collega? Wie ben ik als zoon van de Levende God? Wie of wat heeft ons gevormd? De spreuk boven deze tekst is hierbij leidend.
Het is belangrijk om te beseffen dat onze gedachten invloed hebben op ons doen en laten. Waarmee vullen we onze gedachten? Wat zien anderen ons doen? Welke gewoonten hebben we ons inmiddels eigen gemaakt? Zijn het goede gewoonten of is er een spoor van laksheid ingesleten in ons dagelijkse leven? Een gemakkelijk te belopen maar tegelijkertijd doelloos pad. Zo’n spoor waar je voortdurend in terug lijkt te glijden. Als een oud uitgesleten karrenspoor.
“Een man heeft op z’n veertigste het gezicht dat hij verdiend…” waren de woorden van George Orwell (waarschijnlijk geldt dit ook voor vrouwen).Wat vertellen de lijnen van mijn gezicht over wie ik ben? Wat vertelt mijn oogopslag over mijn karakter? Is mijn gezicht open en ontvankelijk of verberg ik me achter een altijd perfecte glimlach? Is mijn gezicht een lieflijk landschap waar het prettig toeven is of een onherbergzaam gebied. Spreekt het van geloof, hoop en liefde of is er een soort bittere zwijgzaamheid of is het vol met distels van cynisme?
Locatie: N52.90430, E 006.25411 – Doldersummerveld – Blijf kijken naar de horizon dat maakt het lopen lichter.
Soms lijkt er een pad te zijn, maar een groot deel van de tijd zoeken de mannen zelf een pad door het heideveld. Een paar snelle en krachtige broeders gaan voorop en de rest volgt. Na een half uur lopen hoor je hier en daar al wat gezucht. Het vinden van een pad door dit gebied is niet eenvoudig. “Blijf kijken naar de horizon dat maakt het lopen lichter” is het praktische advies van een reisgenoot. Natuurlijk is het goed om oog te hebben voor de obstakels direct voor je maar om vooruit te komen zijn niet de obstakels hier en nu bepalend maar je doel en bestemming verderop. Ik denk aan de vragen over mijn denken, doen, gewoonten, karakter en bestemming. Welke gedachten vullen mijn denken? Ben ik hoopvol en creatief of vullen mijn hoofd en mijn hart zich met zorgen? Luister ik naar mijn reisgenoten of ben ik vooral bezig met mijn eigen inzichten? Luister ik naar de Reisgenoot die ook de Emmaüsgangers vergezelde of ben ik doof voor Zijn woorden? “Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg” Spreuken 3 vers 5 en 6.
Locatie: N52.93296, E 006.29928 – De kale duinen – Een krachtmeting en bemoediging in het open veld.
Dit landschap spreekt tot de verbeelding. Een oerlandschap met zandduinen, vliegdennen en hier en daar een eenzame eik. De mannen pauzeren in de luwte van een zandduin. Hun boterham met kaas proeft ineens veel beter dan op het werk. Toch bijzonder hoe de omstandigheden je gevoelig maken voor de kleine zegeningen van alledag. Tot aan dit punt liep iedere man zijn eigen tocht en kwam hij vooral zichzelf tegen. Nu worden ze uitgenodigd om zich met elkaar te meten. Want in relatie tot de ander ontdek je wie jezelf bent. Dit geldt heel simpel voor een estafetteloop maar zeker ook voor andere situaties in ons leven. Om de beurt lopen drie mannen om een hoge duin heen. Het is een behoorlijk lang stuk lopen en met name als de toejuichingen van de groepsgenoten vervagen omdat je achter de hoge heuvel loopt, lijkt het zwaarder te worden. Maar zodra de mannen de bocht omkomen en hun broeders weer horen juichen zie je dat hun pas versnelt. Ze lopen met name dat laatste stukje de longen uit hun lijf. De aanmoedigingen van de andere mannen geven die extra energiestoot. Opnieuw gaan de vragen door mij heen. Wat denk ik, wat doe ik, welke gewoonten zie ik bij mezelf? Nu vooral in relatie met anderen. Hoe denk ik over anderen, wat doe ik met en voor anderen, welke gewoonten zie ik bij mezelf en wat betekenen deze gewoonten voor de mensen om me heen? Tijdens de estafette voel ik de kracht van bemoediging en stel mezelf de vraag: “Ben ik een bemoediger? Geven mijn woorden de ander net even dat extra stukje energie?”
Locatie: ergens tussen N52.89337, E 006.26750 en 52.89830, E 006.24456 – zoekend naar een doorwaadbare plek.
Het is inmiddels donker geworden. Na meer dan zes uren lopen zoeken de mannen een weg door een onverwacht nat en daardoor ontoegankelijk gebied. Hun doel is de donkere bosrand aan het eind van dit natte heideveld. Want daar ergens in dat bos brandt een kampvuur. Daar wachten andere broeders op ons met eten en drinken. Maar voorlopig is hier nog niets van te zien. De mannen slingeren als dwaallichtjes door het donkere heideveld. Regelmatig zakken ze door de dunne laagjes ijs. Een muffe geur van moerasgrond stijgt omhoog. Op een bepaald moment zakt een van de leiders tot over zijn knieën in het natte veen weg. Wat moeten ze doen? Teruggaan, erkennen dat er geen doorgang te vinden is? Of toch doorzetten, desnoods met natte voeten? Even lijken de leiders in paniek te raken. Even is daar de verleiding om elkaar te beschuldigen en verwijten te maken. Hadden we niet beter dit of dat kunnen doen? Was het niet verstandiger geweest om eerder een andere keuze te maken? Maar gelukkig kunnen ze opnieuw hun gedachten en hun daden met elkaar verbinden. Eensgezind gaan ze verder en een sliert van kleine lichtjes volgt hen niet wetende hoe onmogelijk deze doorgang is. Maar doordat de leiders elkaar blijven steunen en vertrouwen lukt het uiteindelijk de hele groep om door deze Fries-Drentse Jordaan heen te trekken (met een knipoog naar Jozua hoofdstuk 3).
Locatie: zittend rondom kampvuur, coördinaten niet belangrijk meer.
Midden in een donker bos brandt een kampvuur. De mannen erom heen zijn vermoeid, de tocht van meer dan 25 km heeft hen opnieuw laten beseffen hoeveel spieren een mens heeft en in hoeveel spieren je pijn kunt voelen. Maar hun ogen schitteren en glanzen vol trots en tevredenheid. De jochies die vanmiddag vol kinderlijke spanning op de uitkijktoren stonden zijn nu vermoeide maar zeer voldane helden geworden. Deze tocht heeft hen op een hele praktische en bescheiden manier laten ervaren hoe belangrijk het is om door te zetten, om een gezamenlijk doel voor ogen te hebben en vooral hoe belangrijk het is om elkaar in gedachten en in daden te blijven uitdagen en bemoedigen. De spirit van de 4e Musketier klinkt hier: “een voor allen, allen voor Een”. In mijn gedachten maak ik een variatie op Psalm 133 vers 2: “Ziet hoe goed en hoe lieflijk het is als broeders tezamen de weg door het leven bewandelen… Want met elkaar lukte het ons om deze tocht te maken. Het is mijn gebed dat deze tocht model staat voor de wijze waarop we met elkaar door het leven zullen gaan! We mogen deze weg met elkaar en met Hem gaan die zelf de Weg, de Waarheid en het Leven is.
De weg gaat altijd verder
Vanaf de deur waar hij begon.
Nu is de Weg me ver vooruit
en ik moet volgen, als ik kan,
hem nalopen met snelle pas
tot hij een breder spoor bereikt.
(J.R.R. Tolkien)
Deze blog n.a.v. een zwerftocht is eerder verschenen op de website van de Salvator Leeuwarden. Lees meer